Nieuwsberichten

WAT LEREN WE IN WEEK 36 T/M 40.

SPELLING.
-woorden met ng/nk (zoals tong/bank)
-woorden met eer/oor/eur (zoals beer, boor, deur)
-woorden met aai/ooi/oei (zoals haai, kooi, boei)

TAAL.
thema 1 onderwerp: regels
-themawoorden (zie bladen voor thuis)
-woorden op alfabetische volgorde zetten op grond van (min.) de 1e en 2e letter v.h. woord
-een route stap voor stap uitleggen
-een uitleg bij een spel schrijven
-een toelichting bij een foto schrijven
-woordsoorten: werkwoorden, zelfst. naamwoorden en bijv. naamwoorden.
-het verschil tussen standaard Nederlands en streektaal

REKENEN.
-optellen/aftrekken over het 10-tal
-oriëntatie op de getallenlijn
-tafels 0 t/m 6 en 10 herhalen, nieuw de tafel van 7
-oefenen met deelsituaties
-klokkijken: hele en halve uren en kwartieren, introductie van de minuut
-lengte: meter en centimeter
-geld: gepast betalen en teruggeven tot 1 euro
-symmetrie